Skip to main content

Stuifzand

 

Ontstaan van het dorp

In vroegere tijden liep er vanuit Pesse een weg naar de markegronden (groenland) bij het Oude Diep. Deze weg eindigde bij de stuifzanden van Kalenberg en Fluitenberg. Achter het Oude Diep lag een wildernis, die hoorde bij de marke van Pesse. Daar vestigden zich naast de oorspronkelijke bewoners allerlei lieden, die wellicht niet teveel met de dorpsgemeenschap te maken wilden hebben.

De boeren van Pesse lieten er eeuwenlang hun schapen grazen. Zeker is, dat men al aan het einde van de 18e eeuw begon met het op kleine schaal in cultuur brengen van de heidevelden. De ontginners waren voor het grootste deel meiers, oftewel kleine keuters, die het land pachtten van grootgrondbezitters in Pesse en Hoogeveen. Aanvankelijk verbouwden de bewoners alleen boekweit, maar later kwam daar rogge, haver en vlas bij. Ook bezaten de bewoners naast grote kudden schapen, ook enkele koeien, geiten en kippen. Hun boerderijtjes waren klein en primitief ingericht en meestal uit hout opgebouwd.

De twee oudste boerderijen in dit gebied waren "Stuifzand", waarnaar het hele gebied is genoemd, en "Zwartschaap". Deze boerderijen hoorden bij oude stichtingen, die al aan het einde van de 17e eeuw bestonden. Zij waren neergezet door “volle boeren”, (niet door meiers) op de vruchtbare gronden langs het Oude Diep. Later ontstonden er rond deze eerste twee boerderijen geleidelijk aan kleine nederzettingen met gelijkluidende namen. Zo stonden er in Zwartschaap in 1860 een achttiental woningen. Maar ook elders in het gebied van Stuifzand ontstonden buurten.

In het zuidelijke gebied lag de buurt De Stadterij. In dit gebied uit de 19e eeuw stond één boerderij en waarschijnlijk is het gebied genoemd naar deze ene hoeve. Het woord stad heeft hier de betekenis van erf.

Drie andere buurten in Stuifzand zijn: De Sleutel, De Veldslagen en Siberië. In De Sleutel stonden in 1860 zesentwintig woningen. De naam Siberië doet een barre omgeving vermoeden. Voor 1800 was dit dan ook een toevluchtsoord voor landlopers en andere personen, die het gewone dorpsleven schuwden. Siberië was voor Stuifzandse begrippen inderdaad een arm gebied. Zo stonden er omstreeks 1900 meerdere plaggenhutten. Dat waren eenvoudige keten, gebouwd van bulten (stapels) turf of veen en bedekt met heideplaggen.

Het bouwen van een plaggenhut moest overigens in één nacht gebeuren. Een ongeschreven wet luidde namelijk, dat de bewoners er mochten blijven wonen, als er bij zonsopgang rook uit de schoorsteen kwam. De plaggenhutten werden dus clandestien neergezet op markegrond of land van een grootgrondbezitter. De meeste plaggenhut-bewoners mochten later voor een klein bedrag de grond bij het huis kopen. Als zij niet meer in hun levensonderhoud konden voorzien, kregen ze ondersteuning van de diaconie van de hervormde kerk in Pesse. Maar dan kwamen de bezittingen van deze Stuifzandse bewoners na het overlijden wel aan de kerk van Pesse toe.

In de tweede helft van de 19e eeuw kwam er meer belangstelling van de kant van de gemeente Ruinen voor dit afgelegen gebied. Pas in 1920 kwam er een verharde weg, die Stuifzand met Pesse en Hoogeveen verbond.

Tegenwoordig is Stuifzand door zijn ligging meer op Hoogeveen dan op Ruinen gericht. Door de opkomende industrie in Hoogeveen na de Tweede Wereldoorlog en door de oprichting van de VAM te Wijster en de daarbij behorende werkgelegenheid, hebben veel inwoners van Stuifzand mee kunnen profiteren van de groeiende welvaart.

Na een gemeentelijke herindelingsronde in de provincie Drenthe is Stuifzand per 1 januari 1998 bij de gemeente Hoogeveen gevoegd. Daardoor is de bevolking van Stuifzand, nog meer dan voorheen, op Hoogeveen gericht.

Bron: "Ruinen, een historisch portret

Uitgave van de Stichting Historie van Ruinen

Druk: Drukkerij Bariet B.V., Ruinen



Hendrik van Dalen woonde in Stuifzand, Zwartschaap. 

Hendrik van Dalen in zijn jongere jaren op de bakfiets in Stuifzand
Bovenstaande twee foto’s zijn ontvangen van Gerda Hebels-Eshuis


  

 Klik en scrol op het fotoalbum